Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat ware ook een [49]misdaad [bij] den rechter; want ik zou den God [50]van boven [51]verzaakt hebben. 49. Zie boven, vs.11. 50. Dat is, die boven in den hemel is en vandaar ons aanziet, regeert en goeddoet. Alzo Deut.4:39; 1 Kon.8:23. 51. Te weten, door de eer, die Hem alleen toekomt, den schepselen te geven; want zij kunnen beiden niet tezamen gediend worden. Zie Joz.24:22,23; 1 Kon.18:21; Matth.4:10, en Matth.6:24; 2 Kor.6:16.